Duits : Nederlands
die Kunst = de kunst
der Künstler = de kunstenaar
die Künstlerin = de kunstenares
konstruieren + A = construeren / bouwen
das Spielzeug = het (stuk) speelgoed
das Abfallprodukt = het afvalproduct
das Kunstwerk = het kunstwerk
die Müllhalde = de vuilnishoop
die Ausrüstung = de uitrusting
das Recyceln = het recyclen
motivieren + A (zu + D) = motiveren
der Müllberg = de afvalberg
verkleinern + A = verkleinen
der Bildhauer = de beeldhouwer
die Bildhauerin = de beeldhouwster
der Maler = de schilder
die Malerin = de schilderes
die Waschmaschine = de wasmachine
profitieren von + D = profiteren van
die Möbel = het meubel
das Leder = het leer
der Spiegel = de spiegel
die Modenschau = de modeshow
das Recycling = de recycling
der Müllsack = de vuilniszak
die Milchtüte = het melkpak
der Korken = de kurk
die Alufolie = de aluminiumfolie
das Zeitungspapier = het krantenpapier
der Becher = de beker
der Löffel = de lepel