südlich (von + D ) die Grenze Frankfurt liegt an der Grenze zu Polen.
die Lage das Ferienlager das Segeln
segeln das Tretboot Tretboot fahren
das Kanu Kanu fahren steil
der Gipfel das Mountainbike die Klettertour
die Schlucht der Wasserfall die Anreise
die Fahrt die Zugfahrt entdecken + A
der Osten Polen liegt im Osten. die Radtour
die Landschaft gebirgig die Gegend
Frankfurt ligt aan de grens met Polen. de grens zuidelijk
het zeilen het vakantiekamp de ligging
waterfietsen de waterfiets zeilen
steil kanovaren de kano
de klimtocht de mountainbike de top
de heenreis de waterval de kloof
ontdekken de treinreis de reis
de fietstocht Polen ligt in het oosten. het oosten
de omgeving bergachtig het landschap
der Süden westlich (von + D) flach
der Norden das Picknick die Jugendherberge
die Rückfahrt / die Abreise das Studentenheim teilnehmen an + D
Ich nehme am Ausflug teil. das Verkehrsmittel nördlich (von + D)
die Durchsage einfahren das Gleis
Der Zug fährt auf Gleis 6 ein. der Flug die Verspätung
die Busfahrt der Passagier der Ausgang
der Zug / die Bahn der Speisewagen fliegen
der Westen fließen östlich (von + D)
vlak westelijk het zuiden
de jeugdherberg de picknick het noorden
deelnemen aan het studentenhuis de terugreis
noordelijk het vervoermiddel Ik ga mee met het uitstapje.
het perron / het spoor aankomen de mededeling
de vertraging de vlucht De trein komt aan op spoor 6.
de uitgang de passagier de busrit
vliegen de restauratiewagen de trein
oostelijk stromen het westen