Team Deutsch - Deel 3

Woordenlijsten Team Deutsch deel 3

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • erlauben = toestaan
  • Meine Eltern erlauben mir die Reise. = Mijn ouders vinden het goed dat ik op reis ga.
  • ewig = eeuwig
  • Das wollten wir doch seit ewigen Zeiten machen. = Dat waren we toch al tijden van plan.
  • zelten = kamperen
  • einen Flug buchen = een vlucht boeken
  • der Kompass = het kompas
  • einpacken + A = inpakken
  • die Verpflegung = het eten en drinken
  • der Intercity = de intercity
  • Von welchem Gleis fährt der Zug ab? = Van welk spoor vertrekt de trein?
  • erste Klasse = eerste klas
  • zweite Klasse = tweede klas
  • hin und zurück = retour
  • der Regionalexpress = de regionale trein
  • einfach = enkele reis
  • es kommt darauf an = het hangt er vanaf
  • das kommt darauf an = dat hangt er vanaf
  • Es kommt darauf an, wann Sie fahren möchten. = Het hangt er vanaf wanneer u wilt reizen.
  • erreichen + A = bereiken
  • aufbauen + A = opbouwen
  • Wir haben unsere Zelte aufgebaut. = We hebben onze tenten opgezet.
  • die Feuerstelle = de stookplaats
  • grillen = barbecueën
  • verreisen = op reis gaan
  • Wir verreisen an Ostern. = Wij gaan met Pasen op reis.
  • der Zeltplatz = de camping
  • der Anrufbeantworter = het antwoordapparaat
  • sich melden = zich melden
  • Es meldet sich nur der Anrufbeantworter. = Ik krijg het antwoordapparaat.
  • losfahren / abfahren = vertrekken
  • Wir fahren um 8 Uhr los. = Wij vertrekken om 8.00 uur.