das Wissen das Können Ich möchte mein Können zeigen.
anbieten + A Sie bieten den Kurs einmal im Monat an. beibringen + D + A
Sie bringen ihnen Computerkenntnisse bei. wachsen das Lehren
unterrichten + A Bei dem Projekt unterrichten Schüler Ältere. das Gedächtnistraining
die Anmeldung sich anmelden für + A Ich möchte mich für den Kochkurs anmelden.
der Anfänger die Anfängerin nennen
Ik wil graag laten zien wat ik kan. het talent de kennis
bijbrengen Zij bieden de cursus een keer per maand aan. aanbieden
het aanleren groeien Zij brengen hen computervaardigheden bij.
de geheugentraining In dit project onderwijzen scholieren ouderen. onderwijzen
Ik wil mij graag voor de kookcursus aanmelden. zich aanmelden voor de aanmelding
noemen de beginner (v) de beginner