Duits : Nederlands
das Merkmal = het kenmerk
Ein Merkmal der Grufties ist ihre schwarze Kleidung. = Een kenmerk van Gothics is hun zwarte kleding.
die Musikrichtung = de muziekrichting
das Festival = het festival
das Lebensmotto = het levensmotto
politisch = politiek
die Einstellung = de instelling
eine Rolle spielen = een rol spelen
Das Outfit spielt eine wichtige Rolle. = De outfit speelt een belangrijke rol.
Jörg gehört der Skaterszene an. = Jörg hoort bij de skaters.
begründen + A = bevestigen
nachfragen = informeren
durchschnittlich = gemiddeld
sich ansehen + A = iets bekijken
Timo und Kevin sehen sich den Film an. = Timo en Kevin bekijken de film.
das Kompliment = het compliment
gehören zu / angehören + D = horen bij
das Computerprogramm = het computerprogramma
der Zeichner = de tekenaar
die Zeichnerin = de tekenares
die Übersetzung = de vertaling
asiatisch = Aziatisch
die Bewegung = de beweging
Die Techno-Bewegung kommt aus Chicago. = De technobeweging komt uit Chicago.
bestimmt = bepaald
das Lebensgefühl = het levensgevoel
ein bestimmtes Lebensgefühl = een bepaald levensgevoel