Duits : Nederlands
vorne = voor(aan)
Vorne auf dem Bild sieht man ein Auto. = Vooraan op de foto zie je een auto.
hinten = achter(aan)
Hinten erkenne ich eine Frau. = Achteraan kan ik een vrouw onderscheiden.
der Architekt = de architect
die Architektin = de architecte
der technische Zeichner = de technisch tekenaar
die technische Zeichnerin = de technisch tekenaresse
der Physiotherapeut = de fysiotherapeut
die Physiotherapeutin = de fysiotherapeute
der Ausbildungsplatz = de opleidingsplaats
die Medizin = de geneeskunde
Stefanie möchte Medizin studieren. = Stefanie wil geneeskunde studeren.
der Kinderarzt = de kinderarts
die Kinderärztin = de kinderarts (v)
der Koch = de kok
die Köchin = de kokkin
der Journalist = de journalist
die Journalistin = de journaliste
Der Anwalt = de advocaat
die Anwälte = de advocaten
die Anwältin = de advocate
der Automechaniker = de automonteur
die Automechanikerin = de automonteur (v)
der Ingenieur = de ingenieur
die Ingenieurin = de ingenieur (v)
der Polizist = de politieagent
die Polizistin = de politieagente
die Weltreise = de wereldreis