Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • andere = ander
  • bei = bij
  • Nähe = de buurt
  • Nachbarin = de buurvrouw
  • danke = dank je
  • machen, machst du = doen
  • teuer = duur
  • billig = goedkoop
  • heißen = heten
  • hier = hier
  • kennen = kennen
  • meistens = meestal
  • natürlich = natuurlijk
  • neu = nieuw
  • manchmal = soms
  • Straße = de straat
  • weit = ver
  • wo = waar
  • schon = wel
  • willkommen = welkom