Duits : Nederlands
anpacken = aanpakken
empfehlen = adviseren
beträchtlich = behoorlijk
Kontakt mit jemandem aufnehmen = contact opnemen met iemand
Kontakt = het contact
hören von = horen van
Zuhörer = de luisteraar
Netzwerk = het netwerk
Netzwerken = netwerken
Ältere = de oudere
Radio = de radio
Sportverein = de sportclub
befristet = tijdelijk
Unterstützung = de uitkering
Zeitarbeitsunternehmen = het uitzendbureau
fest = vast
Arbeitgeber = de werkgever
arbeitslos = werkloos
Arbeitslosigkeit = de werkloosheid
Arbeitnehmer = de werknemer
Arbeitssuchender = de werkzoekende