Duits : Nederlands alltäglich = alledaags Bankangelegenheiten = de bankzaken bestehen aus = bestaan uit Ausländer = de buitenlander DigiD = DigiD Nutzung = het gebruik offene Sprechstunde = het inloopspreekuur Interesse = de interesse Kundenservice = de klantenservice klicken = klikken Lesestoff = de lesstof üben = oefenen Thema = het onderwerp entspannen = ontspannen gehen = opgaan Tempo = het tempo während = tijdens tippen = tikken Können = de vaardigheid verbessern = verbeteren führen = voeren teilnehmen = volgen Suchmaschine = de zoekmachine