NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 1 op A2-niveau
A2 - Deel Recreatie - 1e editie
LHH/SB4 DUI 1 Hoofdstuk 1
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
angenehm
=
aangenaam
der Nachname
=
de achternaam
separat
=
apart
das Barbecue
=
de barbecue
verfügen über
=
beschikken over
die Quittung
=
het bonnetje
die Broschüre
=
de brochure
der Hosenbügler
=
de broekenpers
der Schreibtisch
=
het bureau
der Anreisetag
=
dag van aankomst
der Abreisetag
=
dag van vertrek
das Nebengebäude
=
de dependance
das Abendessen
=
het diner
die Dusche
=
de douche
das Dreibettzimmer
=
de driepersoonskamer
das Einzelzimmer
=
de eenpersoonskamer
mal sehen
=
even kijken
das Zusatzbett / das Zustellbett
=
het extra bed
zusätzlich
=
extra
der Prospekt
=
de folder
falsch
=
fout
das Familienzimmer
=
de gezinskamer
gestern Abend
=
gisteravond
die Halbpension
=
halfpension
wie spät
=
hoe laat
wie lange
=
hoe lang
der Ausweis
=
het identiteitsbewijs
jemand
=
iemand
in Ordnung
=
in orde
ausstatten, ausgestattet
=
inrichten, ingericht
eintragen, eingetragen
=
inschrijven, ingeschreven
der Internet-Anschluss
=
Internetaansluiting
die Menüwahl
=
het keuzemenu
das Kinderbett
=
het kinderbed
der Hochstuhl
=
de kinderstoel
bereitmachen
=
klaarmaken
die Beschwerde
=
de klacht
die Zeitung
=
de krant
der Fahrstuhl / der Lift / der Aufzug
=
de lift
Milch und Zucker
=
melk en suiker
morgen Abend
=
morgenavond
morgenfrüh
=
morgenvroeg
nicht stimmen
=
niet kloppen
das Nichtraucherzimmer
=
niet-roken kamer
das Autokennzeichen
=
het nummerbord
die Umgebung
=
de omgeving
inzwischen
=
ondertussen
das Frühstück
=
het ontbijt
lösen, gelöst
=
oplossen, opgelost
die Übernachtung
=
de overnachting
der Paß
=
het paspoort
pro Zimmer
=
per kamer
pro Nacht
=
per nacht
die Geheimzahl
=
de pincode
stattfinden
=
plaatsvinden
die Postleitzahl
=
de postcode
genau stimmen
=
precies kloppen
die Rechnung
=
de rekening
reservieren, reserviert
=
reserveren, gereserveerd
zusammen
=
samen
der Schlüssel
=
de sleutel
buchstabieren, buchstabiert
=
spellen, gespeld
die Heimreise
=
de terugreis
die Nebenstelle
=
toestelnummer (van telefoon)
Auf Wiedersehen
=
tot ziens
die Gartenseite
=
tuinzijde
zwischen
=
tussen
das Doppelzimmer
=
de tweepersoonskamer
reichthaltiges Frühstück
=
uitgebreid ontbijt
heute Abend
=
vanavond
der Aufenthalt
=
het verblijf
weiterhin
=
verder
der Stock / die Etage
=
de verdieping
die Versammlung
=
de vergadering
verwechseln, verwechselt
=
verwisselen, verwisseld
die Vollpension
=
volpension
der Vorname
=
de voornaam