- Duits Nederlands
- der Ablauf = het verloop
- absolvieren = slagen
- ähnlich = lijkend op
- angestrebt = nagestreefd
- die Anlage = de bijlage
- die Anzeige = de advertentie
- das Aufgabenfeld = het werkterrein
- die Ausbildung = de opleiding
- ausgezeichnet = uitstekend
- ausreichend = voldoende
- das Bankkonto = de bankrekening
- die Barzahlung = de contante betaling
- die Bedingung = de voorwaarde
- befriedigend = bevredigend
- bevorzugen = de voorkeur geven aan
- die Bewerbung = de sollicitatie
- die Bewertung = de recensie
- die Bewirtung = de gastvrije ontvangst
- eher = eerder
- die Einladung = de uitnodiging
- die Ermäßigung / der Rabatt = de korting
- gesamten = totale
- der Gewinn = de winst
- die Klimaanlage = de airco
- der Lärm = het lawaai
- der Lebenslauf = het cv
- die Leistung = de prestatie
- mangelhaft = onvoldoende
- die Mehrwertsteuer = de btw
- die Optimierung = de optimalisatie
- das Praktikum = de stage
- richtig = juist
- die Stelle = de vacature
- die Tätigkeiten = de werkzaamheden
- der Überblick = het overzicht
- üblich = gewoonlijk
- vereinbaren = overeengekomen
- die Verfügung haben über = de beschikking hebben over
- vermitteln = bemiddelen
- die Verwaltungskosten = de administratiekosten
- der Vorraum = de foyer
- das Vorstellungsgespräch = het sollicitatiegesprek
- die Zimmerauslastung = de kamerbezetting
- zuständig = verantwoordelijk