Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • anprobieren = passen
  • bald = gauw, binnenkort
  • bevorzugen = de voorkeur geven aan
  • das Gedächtnis = het geheugen
  • das Medikament = het medicijn
  • der Appetit = de eetlust
  • der Gipfel = de top
  • der Schauspieler = de acteur
  • die Arznei = het geneesmiddel
  • die Erlaubnis = de toestemming
  • die Küche = de keuken
  • die Silbe = de lettergreep
  • die Versammlung = de vergadering
  • einstufen = indelen
  • erschöpft = uitgeput
  • fündig werden = iets vinden
  • günstig = goedkoop
  • irgendwie = op de een of andere manier
  • leicht = gemakkelijk
  • passieren = gebeuren
  • schwanken = schommelen
  • sich irren = zich vergissen
  • stimmen = kloppen
  • verfügen über = beschikken over
  • vorschlagen = voorstellen
  • zuständig = bevoegd