Duits : Nederlands ansonsten = verder darstellen = voorstellen demnächst = binnenkort demütigen = vernederen eindeutig = duidelijk sich einigen = het eens worden erwägen = overwegen die Gegend = de omgeving ausschlaggebend = doorslaggevend das Mittelalter = de middeleeuwen nachfolgen = opvolgen nachschauen = nakijken neidisch = jaloers der Sieg = de overwinning teilweise = gedeeltelijk trennen = scheiden unterzeichnen = ondertekenen die Währung = de valuta