Duits : Nederlands anfertigen lassen = laten maken aufregend = spannend außer = behalve bedingt = in beperkte mate erfolgreich = succesvol erleichtert = opgelucht erwarten = verwachten fast = bijna die Folge = de aflevering gebürtig = afkomstig uit gelingen = lukken die Leidenschaft = de passie meistern = onder de knie krijgen nachahmen = namaken der Proband = de proefpersoon trocken = droog der Trumpf = de troef überflüssig = overbodig