Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Adresse = het adres
  • das Alter = de leeftijd
  • das Baby = de baby
  • die Babys = de baby's
  • danke = dank je, dank u
  • Deutschland = Duitsland
  • die Familie = het gezin
  • die Hausnummer = het huisnummer
  • ja = ja
  • das Kind = het kind
  • die Kinder = de kinderen
  • nein = nee
  • nicht = niet
  • die Postleitzahl = de postcode
  • die Reise = de reis
  • schwierig = lastig, moeilijk
  • der Sohn = de zoon
  • die Söhne = de zoons
  • die Tochter = de dochter
  • die Töchter = de dochters
  • der Tourist = de toerist
  • die Touristin = de toeriste
  • der Urlaub = de vakantie
  • die Verwandten (mv) = de familieleden
  • wohl = wel
  • das Zentrum = het centrum
  • auch = ook
  • das Buch = het boek
  • die Bücher = de boeken
  • der Computer = de computer
  • die Computer = de computers
  • die E-Mail = de e-mail
  • die E-Mails = de e-mails
  • fernsehen, im Fernsehen = tv kijken, op tv
  • der Film = de film
  • die Filme = de films
  • die Freizeit = de vrije tijd
  • für = voor
  • das Handy = het mobieltje
  • die Handys = de mobieltjes
  • das Hobby = de hobby
  • die Hobbys = de hobby's
  • hören = luisteren
  • immer = altijd
  • die Informationen = de informatie
  • das Internet = het internet
  • im Internet = op internet
  • lesen = lezen
  • das Lied = het lied
  • die Lieder = de liedjes
  • nie = nooit
  • oft = vaak
  • schicken = sturen
  • schreiben = schrijven
  • suchen = zoeken
  • die Zeitung = de krant