Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • Was für ein(e) ...? = wat voor een ...?
  • wie viel = hoeveel
  • frei haben = vrij hebben
  • das Bad (“-er) = het bad
  • die Dusche (-n) = de douche
  • der Zimmerpreis (-e) = de kamerprijs
  • betragen (u-a) = bedragen
  • inklusive / einschließlich = inclusief
  • exklusive / ausschließlich = exclusief
  • das Frühstücksbuffet (-s) = het ontbijtbuffet
  • einverstanden = akkoord
  • ausfüllen = invullen (formulier)
  • ob = of (als voegwoord)
  • der Vorname (-n) = de voornaam
  • der Familienname (-n), der Nachname (-n) = de achternaam
  • das Geburtsdatum (-en) = de geboortedatum
  • die Reisepassnummer (-n) = het pasnummer
  • die Adresse (-n) = het adres
  • der Wohnort (-e) = de woonplaats
  • die Unterschrift (-en) = de handtekening
  • Gute Nacht! = Goedenacht!