Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • Es regnet. = Het regent.
  • Es ist (viel zu) warm. = Het is (veel te) warm.
  • Es ist (ziemlich) kalt. = Het is (tamelijk) koud.
  • Es schneit. = Het sneeuwt.
  • Es ist sehr windig. = Het is erg winderig.
  • Meine beste Freundin heißt Jana. = Mijn beste vriendin heet Jana.
  • Tilo ist mein bester Freund. = Tilo is mijn beste vriend.
  • der Freund = de vriend
  • die Freundin = de vriendin
  • die Freunde = de vrienden
  • Die Sonne scheint = De zon schijnt