NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Stercollectie
Lijsten
Reisen & Verkehr - Aussagen A1
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
Wann bin ich in Frankfurt?
=
Wanneer ben ik in Franfurt?
Die Ampel zeigt Rot.
=
Het stoplicht staat op rood.
Innsbruck, bitte. Erste Klasse.
=
Innsbruck aub. Eerste klas.
Wann komme ich in Zürich an?
=
Wanneer kom ik in Zürich aan?
Der Zug kommt um 10 Uhr an.
=
De trein komt om 10 uur aan.
Können Sie Auto fahren?
=
Kunt u auto rijden?
Die Bahn ist ein teures Verkehrsmittel bei uns.
=
De trein is een duur vervoersmiddel bij ons.
Wo ist hier der Bahnhof? / Wie komme ich hier zum Bahnhof?
=
Waar is hier het station?Hoe kom ik hier bij het station?
Der Bus fährt morgen um acht Uhr.
=
De bus rijdt morgen om 8 uur.
Ich bin um acht da.
=
Ik ben er om 8 uur.
Einmal Frankfurt, bitte.
=
Enkeltje Frankfurt, aub
Der nächste Zug fährt / geht um sieben.
=
De volgend trein gaat om 7 uur.
Hast du schon eine Fahrkarte?
=
Heb jij al een treinkaartje?
Das ist die falsche Richtung / Straße.
=
Dat is de verkeerde richting / straat.
Wie lange habt ihr Ferien?
=
Hoe lang hebben jullie vakantie?
Entschuldigen Sie, kann ich Sie etwas fragen?
=
Pardon, mag ik u wat vragen?
Geht es / Geht die Straße hier nach Stommeln?
=
Gaat deze weg naar Stommeln?
Bitte, hin und zurück!
=
AUB, heen en terug!
Wir wünschen euch eine Gute Reise!
=
Wij wensen jullie een goede reis!