Engels : Nederlands The girl and [boy] are sister and brother. = Het meisje en de [jongen] zijn zus en broer. Our [city] has been invaded by the tyrant Creon. = De tiran Creon heeft onze [stad] bezet. My parents are [divorced]. = Mijn ouders zijn [gescheiden] ... I regard many of you as [family]. = Ik beschouw velen van jullie als [familie]. What's your [first name]? = voornaam friend = vriend(in) (to) get along = opschieten The [girl] and boy are sister and brother. = Het [meisje] en de jongen zijn zus en broer. hobby = hobby parents = ouders He's a gunfighter, he's a guy that settles things by shooting [people]. = mensen My [surname] is Navarro. = achternaam years = jaar