Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • a few = weinig, een paar
  • afternoon = middag
  • (to) ask = vragen
  • There is a question I would like to ask.

    vragen

  • at home = thuis
  • Then one day, he visited a sick man at home.

    Op een dag, bezocht hij een zieke man thuis.

  • (to) call = opbellen
  • Of course = Natuurlijk
  • Of course, you are right.

    Natuurlijk, je hebt gelijk.

  • Soon = al gauw
  • (to) talk = praten
  • I want to talk to him.

    praten

  • tomorrow = morgen
  • Mighty Ares, let victory be mine during tomorrow's battle.

    Machtige Ares, schenk mij morgen de overwinning tijdens het gevecht.

  • answer = antwoord
  • can you guess the answer?

    kan je het antwoord raden?

  • (to) choose = kiezen
  • (to) choose / (to) select

    kiezen

  • date = afspraak
  • fun = plezier
  • next = volgende
  • Who is next in line?

    Wie is de volgende in de rij?

  • often = vaak
  • other = andere
  • question = vraag
  • Excuse me, can I ask a question please?

    vraag

  • right away = meteen
  • (to) run = hardlopen, rennen
  • (to) stay = blijven
  • sweet = lief
  • (to) think = denken, vinden
  • (to) try = proberen
  • (to) use = gebruiken
  • (to) wait = wachten
  • CAPTAIN: Hey, wait a minute!

    wachten

  • a little = een beetje
  • again = opnieuw
  • A flood! Tonight the entire world will be flooded with water again!

    Een overstroming! Vannacht wordt de hele wereld opnieuw overspoeld met water!

  • (to) mean = bedoelen
  • more slowly = langzamer
  • speak up = harder praten
  • to speak up

    harder praten

  • (to) spell = spellen
  • How do you spell her last name?

    spellen

  • during = tijdens
  • (to) remember = zich herinneren
  • tired = moe
  • (to) wish = wensen
  • I wish I could say the same about you, baby.

    wensen

  • address = adres
  • My address is 14 Park Road.

    adres

  • born = geboren
  • The bishop was murdered and a martyr was born.

    De bisschop werd vermoord en een martelaar was geboren.

  • date of birth = geboortedatum
  • place of birth = geboorteplaats
  • capital = hoofdletter
  • (to) delete = verwijderen
  • fast = snel
  • Where you going so fast?

    snel

  • hours = uren
  • idea = idee
  • important = belangrijk
  • last = vorig, afgelopen
  • message = bericht
  • minute = minuut
  • popular = populair
  • safety = veiligheid
  • (to) save = uitsparen
  • since = Sinds
  • Ever since he ate the cock's parents, their relationship has been fairly tense.

    Sinds hij de ouders van de haan at, is hun relatie redelijk gespannen.

  • (to) teach = onderwijzen, iemand iets leren