Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • bike = fiets
  • I go to school by bike.

    Ik ga met de fiets naar school.

  • castle = kasteel
  • A prince called Dracula lived in a castle in Transylvania.

    kasteel

  • coat = jas
  • She's wearing a long grey coat.

    jas

  • cold = koud, kou
  • dangerous = gevaarlijk
  • Everywhere = Overal
  • inside = binnen, naar binnen
  • large = groot
  • tall / large

    groot

  • (to) live = wonen
  • If you want any more, you know where I live.

    wonen