Engels : Nederlands His father had an [accident] at work. = ongeluk bracelet around my [ankle], = enkel elbow pad = elleboogbeschermer (to) fall = vallen forbidden = verboden (to) happen = gebeuren (to) hurt = pijn doen, bezeren knee pad = kniebeschermer (to) move = bewegen pair = paar safe = veilig, veilige skate = schaats (to) stop = stoppen wheel = wiel wrist guard = polsbeschermer