Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • (to) alarm = alarmeren
  • average = gemiddelde
  • be scared = bang zijn
  • to be scared

    bang zijn

  • (the) breath = adem
  • clumsy = onhandig
  • dangerous = gevaarlijk
  • (to) die out = uitsterven
  • giraffe = giraf
  • The giraffe is the tallest animal. It has a long neck.

    giraf

  • ivory = ivoor
  • leaf = blad
  • lucky day = geluksdag
  • lungs = longen
  • proves he had salt water in his lungs

    longen

  • neck = nek
  • (to) protect = beschermen
  • (to) guard / (to) protect

    beschermen

  • riverside = oever van de rivier
  • safe = veilig
  • Together with a knight we would be safe from attacks.

    Samen met een ridder zouden we veilig zijn tegen aanvallen.

  • (to) sound = klinken
  • (to) spot = ontdekken
  • tongue = tong
  • Wait! It's on the tip of my tongue – the answer is London.

    het ligt op het puntje van mijn tong

  • (to) weigh = wegen
  • angry = boos
  • And so this makes Dan more angry.

    boos

  • bad mood = slecht humeur
  • claw = klauw
  • claw / paw

    klauw

  • cuddly = knuffelig
  • fear = angst
  • honey = honing
  • paw = poot
  • proud = trots
  • (to) remember = zich herinneren
  • secret = geheim
  • shark = haai
  • We're all scared of sharks, but they don't kill many people.

    haai

  • Soon = snel, binnenkort
  • (a) worry = zorg
  • berry = bes
  • (to) bite = bijten
  • feather = veer
  • (to) fly = vliegen
  • Maybe he could sing, but he couldn't fly.

    vliegen

  • meat = vlees
  • We usually have meat and salad, and then fruit.

    vlees

  • (a) plant = plant
  • (to) sting = steken
  • tail = staart
  • tame = tam
  • wild = wild
  • wing = vleugel
  • capital = hoofdstad
  • (to) chase away = wegjagen
  • elephant = olifant
  • It was a great big white elephant

    olifant

  • Everywhere = Overal
  • few = Enkele
  • (to) harm = kwaad doen
  • holy = heilig
  • sacred / holy

    heilig

  • horns = horens
  • (to) respect = respecteren
  • square = vierkante
  • (to) stroke = aaien
  • traffic = verkeer
  • the constant flow of traffic

    verkeer

  • wisdom = wijsheid
  • beautiful = mooi
  • lovely / beautiful

    mooi

  • contest = wedstrijd
  • (to) behave = gedragen
  • cage = kooi
  • coast = kust
  • crew = bemanning
  • earthquake = aardbeving
  • (to) escape = ontsnappen
  • fur = vacht
  • Its fur is very soft.

    Zijn vacht is erg zacht.

  • hump = bult
  • (to) lock up = opsluiten
  • (to) move in = intrekken
  • nobody = niemand
  • noise = geluid
  • (to) predict = voorspellen
  • rare = zeldzame
  • strange = vreemd
  • strange / crazy

    vreemd

  • (to) warn = waarschuwen
  • warning = waarschuwing
  • advert(isement) = advertentie
  • careful = voorzichtig
  • cautious / careful

    voorzichtig

  • (to) celebrate = vieren
  • cub = jong dier, welp
  • cute = schattig
  • danger = gevaar
  • dirty = vuil
  • discovery = ontdekking
  • enemy = vijand
  • (a) hug = knuffel
  • huge = gigantisch
  • (to) hunt = jagen
  • in the meantime = in de tussentijd
  • (to) join = meedoen
  • male / female = man / vrouw
  • mud = modder
  • polar bear = ijsbeer
  • scary = eng, angstaanjagend
  • (a) seal = zeehond
  • (to) smell = ruiken
  • are gonna smell him a mile away.

    ruiken

  • (to) starve = verhongeren
  • (to) suggest = voorstellen
  • (to) support = steunen
  • throat = keel
  • (clearing throat)

    keel

  • tired = moe
  • (to) touch = aanraken
  • trunk = slurf
  • village = dorp
  • bald = kaal
  • Thank you, wise bald man.

    kaal

  • (to) dress up = verkleden
  • penguin = pinguïn
  • rough = ruw
  • skin = huid
  • skinny = mager
  • skinny

    strak / mager

  • space = ruimte
  • stupid = suf, stom
  • wrong = fout
  • Did you do anything wrong?

    Heb jij iets fout gedaan?