NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten eaartsen
Duits
Seite 7
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Beschwerde
⇐
de klacht
sich beschweren über
⇐
zich beklagen over
Ich möchte mich beschweren über.........
⇐
Ik wil me beklagen over.............
Ich bin nicht zufrieden mit.........
⇐
Ik ben niet tevreden over............
Es tut mir / uns leid.
⇐
Het spijt me / ons.
Sie haben recht.
⇐
U heeft gelijk.
Wir haben einen Fehler gemacht.
⇐
Wij hebben een fout gemaakt.
Das muss ein Irrtum sein.
⇐
Dat moet een vergissing zijn.
irrtümlich / aus Versehen
⇐
per vergissing
verantwortlich sein für
⇐
verantwoordelijk zijn voor
Wir fordern Schadenersatz
⇐
Wij eisen schadevergoeding.
Wir werden die Beschwerde nachgehen.
⇐
Wij zullen de klacht onderzoeken.
Ich bitte sehr um Entschuldigung.
⇐
Mijn excuses.
Entschuldigen Sie, aber......
⇐
Neemt u mij niet kwalijk, maar......
Das ist wahr.
⇐
Dat is waar.
selbstverständlich
⇐
van zelf sprekend
Sie haben das falsche Zimmer bekommen.
⇐
U heeft de verkeerde kamer.
Ist / wäre es möglich, dass Sie sich geirrt haben?
⇐
Is het mogelijk dat u zich heeft vergist?
Wir bitten Sie um.........
⇐
Wij verzoeken U om.........
Wir sind bereit Ihnen einen Nachlass zu geben.
⇐
We zijn bereid u een korting te geven.
Wir bedauern diesen Vorfall.
⇐
Wij betreuren dit voorval.
Das ist ein Missverständnis.
⇐
Dat is een misverstand.
Damit bin ich nicht einverstanden.
⇐
Daarmee ben ik het niet eens.
Ich verstehe Sie schon, aber ich kann leider nichts für Sie tun.
⇐
Ik begrijp u wel, maar ik kan niets voor u doen.
Wir haben Verständnis für Ihre Probleme.
⇐
Wij hebben begrip voor uw problemen.
Das verstehe ich.
⇐
Dat begrijp ik.
Ich kann Ihnen das leider nicht versprechen.
⇐
Ik kan u dat helaas niet beloven.
Wann bekommen wir Ihre Antwort?
⇐
Wanneer krijgen wij uw antwoord.
So schnell / bald wie möglich.
⇐
Zo snel mogelijk.
Wir entschuldigen uns für diesen Irrtum.
⇐
Wij verontschuldigen ons voor deze vergissing.
Wir werden dafür sorgen.
⇐
Wij zullen er voor zorgen.
Das kann passieren.
⇐
Dat kan gebeuren.