Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • blank = leeg, blanco
  • (to) cheat = spieken
  • (to) come across = tegenkomen
  • confident = zeker, overtuigd
  • (to) distract = afleiden
  • (to) fail = zakken voor, niet halen
  • get rid of = ervan af komen, kwijt raken
  • to get rid of

    ervan af komen, kwijt raken

  • grade = cijfer
  • mark / grade

    cijfer

  • (to) guarantee = garanderen
  • impossible = onmogelijk
  • instruction = opdracht, instructie
  • mistake = fout
  • I made a stupid mistake.

    Ik maakte een stomme fout.

  • motivated = gemotiveerd
  • pace = tempo
  • (to) prove = bewijzen
  • reason = reden
  • You must've had a reason to ask.

    reden

  • run out of time = tijd tekort komen
  • to run out of time

    tijd tekort komen

  • scared = bang
  • (to) solve = oplossen
  • (a) test = toets
  • useful = nuttig
  • useful / helpful

    nuttig

  • (to) waste = verspillen