Engels : Nederlands ago = Geleden army = leger (to) beat = verslaan to [belong to] = horen bij (to) bring = brengen Nobody else could [catch] one. = vangen (to) disobey = ongehoorzaam zijn even though = hoewel You don't seem very [excited]. = opgewonden Go now, don't let them [find] you! = vinden forgotten / [(to) forget] = vergeten Germany = Duitsland [give] him the phone, frank. = geven a return [journey], Mr. Frodo. = reis kingdom = koninkrijk known = bekend to [look forward to] = uitkijken naar Middle Ages = Middeleeuwen peace = vrede (to) pull = trekken (a) quest = zoektocht suddenly = plotseling (to) try = proberen I'm not going anywhere [until] you and I settled this. = Ik ga nergens heen [tot] jij en ik dit hebben besloten. war = oorlog It wasn't long before the first men were [wounded] ... = Al gauw vielen de eerste [gewond]e ... to [agree on] = eens worden over The thin man is standing [behind] the girl. = achter (to) celebrate = vieren The [church] is a holy place. = De [kerk] is een heilige plaats. country = Land to [depend on] = afhangen van eldest = oudste foreigner = buitenlander (to) hit = raken (im)polite = beleefd instead = in plaats van It's so kind of you [to invite] me into your own home. = uitnodigen opposite = tegenovergestelde proud = trots I'd like [to send] him back = sturen sense of humour = gevoel voor humor [strange] / crazy = vreemd tradition = traditie, gewoonte truth = waarheid while = moment (to) book = boeken by = met called = genaamd ferry = veer for a change = voor de verandering (to) go = gaan (the) last = vorig Let's = Laten we (to) see = zien (to) spend = doorbrengen then = toen (to) afford = zich veroorloven department store = warenhuis It wouldn't have been [fair]! = Het zou niet [eerlijk] zijn geweest! huge = enorm, reusachtig not ... either = ook niet prayer = gebed sightseeing = bezienswaardigheden bezoeken along = door [amazing] / cool = geweldig long walks on the [beach]... = strand Do you have [breakfast] in bed? = ontbijt busy = druk closer to = dichterbij coast = kust Like a detective who'd been watching around the [corner]... = hoek currency = valuta, munteenheid different = verschillend each = elke european = Europees excellent = uitstekend for example = bijvoorbeeld [furniture] is part antique, part US Army. = meubels guide = gids he stayed [in front of] me. = voor inside = naar binnen (to) join = zich voegen bij lake = meer mountain = berg picture = foto population = bevolking Rounding round the [roundabout] and back where you began = rotonde scotland = Schotland straight ahead / straight on = rechtdoor ... as well as [through] narrow streets. = ... dan weer [door] smalle straatjes (to) turn = afslaan village = dorp (to) wear = dragen (wore - worn) (to) change = overstappen daily = dagelijks (to) learn = leren (learnt - learnt) to [make sure] = [ervan verzekeren ] made - made opportunity = mogelijkheid river = rivier we got [to teach] him. = lesgeven The only good [view] of the sea is from the west wing. = uitzicht at the end of = aan het einde van (to) buy = kopen (bought - bought) | They [call] me the Seeker || = noemen (to) cross = oversteken nearest = dichtstbijzijnde never = nooit on your right / left = aan de rechterkant / linkerkant please = alstublieft / alsjeblieft Excuse me, can I ask a [question] please? = vraag second = tweede stranger = vreemde On every [street] corner. = straat I want you to help me [take] my revenge. = [Nemen] [tell] him the way things are. = vertellen traffic light = stoplicht tube / underground = Metro (a) turn = beurt CAPTAIN: Hey, [wait] a minute! = wachten