bill

bill / (an) account

chicken

A chicken lives on a farm.

(a) cook
customer

customer / client

I'm hungry (to) imagine
more expensive (to) order owner

Can you persuade my owner, the lady of the farm?

(to) serve

... serve ...

vegetable

Vikings ate meat and lots of fish, fruit and vegetables.

waiter
kok kip

Een kip leeft op de boerderij.

rekening

rekening

zich voorstellen Ik heb honger klant

klant

eigenaar

Kun je mijn eigenaar, de dame van de boerderij overtuigen?

bestellen duurder
ober groente

groente

serveren

... serveren ...