Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • famous = beroemd
  • outside = buiten
  • I sit outside and look at the stars.

    buiten

  • reporter = verslaggever
  • Newspaper reporter Polly Perkins decides to investigate.

    verslaggever / -ster

  • the red carpet = de rode loper
  • artist = artiest
  • performer / artist

    artiest

  • bad = slecht
  • guitar player = gitarist
  • lead singer = leadzanger
  • nervous = zenuwachtig
  • He worries about exams because he gets really nervous.

    zenuwachtig

  • (to) sing = zingen
  • Yeah, sing it, kid.

    zingen

  • tired = moe
  • well = goed
  • wonderful = geweldig
  • great / wonderful

    geweldig

  • almost = bijna
  • (to) be careful = oppassen
  • (to) damage = beschadigen
  • deaf = doof
  • ears = oren
  • (to) fix = maken
  • glad = blij
  • I'm glad to meet you.

    Ik ben blij kennis met je te maken.

  • (the) hearing = gehoor
  • make sure = ervoor zorgen
  • to make sure

    ervoor zorgen

  • simple = eenvoudig
  • solution = oplossing
  • turn up = harder zetten
  • to turn up

    harder zetten

  • beautiful = mooi
  • lovely / beautiful

    mooi

  • best = beste
  • better = beter
  • cool = cool
  • cooler = cooler
  • coolest = coolste
  • even = zelfs
  • ever = ooit
  • female = vrouwelijk
  • A girl is a female child.

    Een meisje is een vrouwelijk kind.

  • lyric = songtekst
  • male = mannelijk
  • They only interview male candidates today.

    mannelijk

  • more beautiful = mooier
  • more popular = populairder
  • music style = muziekstijl
  • nicer = aardiger
  • popular = populair
  • taller = langer
  • worse = slechter
  • worst = slechtste
  • electric guitar = elektrische gitaar
  • just = alleen maar
  • Look Like = lijken op
  • to Look Like

    lijken op

  • musician = muzikant
  • own = eigen
  • He intends to sell it in Canterbury, he has his own stall there.

    Hij is van plan om deze te verkopen in Canterbury, hij heeft daar zijn eigen kraam.

  • (the) taste = smaak
  • without = zonder
  • great = geweldig
  • splendid / great

    geweldig