Engels : Nederlands age = tijdperk and so on = enzovoort area = gebied (to) attend = aanwezig zijn blackboard = zwart schoolbord No shower [curtain]. = gordijn custard = vla dreary = saai to [drop out] = vroegtijdig verlaten itchy = kriebelig lumpy = klonterig (an) order = bevel permission = toestemming proper = fatsoenlijk punishment = straf (to) recite = opzeggen rough = ruig, gevaarlijk ruler = lineaal stool = krukje The teacher is very [strict]. Talking not allowed! = De leraar is zeer [streng]. Praten niet toegestaan! to [turn up] = komen opdagen (to) yell = schreeuwen