Engels : Nederlands
(to) arrange = regelen
(to) attract = aantrekken
bog = moeras
count = graaf
chariot = wagen
destination = bestemming, reisdoel
frog = kikker
guard = bewaker, schildwacht
harmless = ongevaarlijk
(to) leap = springen
mode of transport = vervoersmiddel
messy = slordig, rommelig
package = alles inbegrepen
pole = paal
to [pull faces] = gekke bekken trekken
to [rebel against] = zich verzetten tegen
tasty = smakelijk
slippery = glibberig
I'm gonna go take [shower], = douche
uprising = opstand
wrestling = worstelen
(to) boast = opscheppen
(to) control = besturen
companion = metgezel
His friends are [convinced] that Death himself is to blame for this. = Zijn vrienden zijn ervan [overtuigd] dat de enige schuldige de dood zelf is.
to [cope with] = ertegen kunnen
existing = bestaande
fashionable = in de mode
(to) float = drijven
gasoline = benzine
handlebars = stuur
licensed = vergunning krijgen
medium = gemiddeld
powered by = aangedreven door
terrifying = beangstigend
speed limit = maximum snelheid
(to) shrink = krimpen
rideable = berijdbare
scuba gear = duikuitrusting
submarine = duikboot
vehicle = voertuig
Maybe he could sing, but he couldn't [fly]. = vliegen
desert = woestijn
It was a windy day, so we went to the park to fly our [kite]. = vlieger
lift = opwaartse druk
springs = veren
stilts = stelten
clockwise = met de klok mee
(to) dismount = afstijgen
(to) mount = bestijgen
oncoming = tegemoetkomend
opponent = tegenstander
pedestrian = voetganger
right-handed = rechtshandig
therefore = zodoende
wealth = rijkdom
(to) accelerate = tempo verhogen
(to) apply for = aanvragen
at fault = schuldig
aisle = gangpad
attitude = houding
(to) ban = uitsluiten, verbannen
(to) comfort = troosten
(to) disturb = storen
engine failure = motoruitval
hood = motorkap
headlights = koplampen
headlong = voorover
hijacker = kaper
hilarious = heel grappig
(to) hitchhike = liften
intersection = kruispunt
license = bewijs, vergunning
motion sickness = bewegingsziekte
(to) poke = porren
precaution = voorzorgsmaatregel
seatbelt = veiligheidsgordel
shattered = aan diggelen
(to) smash = in de prak rijden
(to) sort out = oplossen, regelen
(to) tie = vastbinden
turbulence = turbulentie, onrust
windshield = voorruit
(to) wreck = in de vernieling rijden
awesome = geweldig
celebrated for = beroemd vanwege
charming = aantrekkelijk
coach = bus, touringcar
colourful = kleurrijk
(to) design = ontwerpen
(to) edit = redactie voeren
exhibition = tentoonstelling
I have a [gift] for you. = cadeau
glorious = schitterend
to[ head for] = koers zetten naar
lovely = mooi, aantrekkelijk
luxurious = luxueus
mainland = vasteland
medieval = middeleeuws
merchant = koopman, handelaar
monk = monnik
(to) provide = voorzien van
script = geschrift
to [settle in] = zich installeren
spooky = griezelig
(to) transfer = overstappen
unique = uniek
(to) drive = rijden, besturen
noon = twaalf uur 's middags
(to) take off / lift off = opstijgen