Engels : Nederlands
(to) continue = doorgaan
(to) install = installeren
to [link up] = koppelen aan
(to) manage = aankunnen
(to) mate = paren
(to) spy on = bespioneren
tray = schuiflade
(to) add = toevoegen
(to) attach to = bijvoegen
The [device] is working = Het [apparaat] werkt
guide = gids, gebruiksaanwijzing
instructions = instructie
manual = handleiding
(to) plug in = aansluiten
protective = beschermend
reply = antwoord
spoonful = theelepel
subsequently = vervolgens, daarna
(to) switch on = aandoen
taste = smaak
to [add to] = bijdragen aan
covered = bedekt
Dizzy = duizelig
(to) hurtle = kletteren
(to) splatter = spetteren
tame = mak
weightless = gewichtloos
at the back = achterin, achterop
complicated = ingewikkeld
kit = set
properly = goed, naar behoren
(to) push = drukken
(to) return = terugbrengen
[sound] / audio = geluid
suitable = geschikt
confusing = verwarrend
measurements = maten, afmetingen
yard = 90 cm
free of charge = gratis
furnace = oven
insurance = verzekering
loo = toilet
manual labour = handenarbeid
(to) mould = vormen
order form = bestelformulier
regular = regelmatig
shape = vorm
stroll = wandeling
in trouble = in moeilijkheden
(to) skip = overslaan
slightly = iets, een beetje
notes = aantekeningen
(to) owe = verschuldigd zijn
the party is going to [take place] at my house = ... [plaatsvinden] ...
within = binnen
decade = decennium
to [keep clear] = uit de weg blijven
(to) mind = oppassen
(to) publish = uitgeven, publiceren
(to) predict = voorspellen
socket = stopcontact