Engels : Nederlands
anxious = angstig
assignment = opdracht
cockroaches = kakkerlakken
daylight = daglicht
due to = als gevolg van
excess = te veel, extra
excessive = inpakken
(to) faint = flauwvallen
(to) hand in = inleveren
human = menselijk
(to) lessen = verminderen
mind = brein, verstand
peanut butter = pindakaas
persistent = onophoudelijk
phobia = fobie
queasy = misselijk
(to) suffer from = lijden aan
symptoms = symptomen
the creeps = de kriebels, kippenvel
whopping = gigantisch(e)
ascent = beklimming
controversial = controversië(e)l(e)
daredevil = waaghals
daring = uitdagend(e), gevaarlijk(e)
determined = vastbesloten
expedition = onderneming, expeditie
(to) be exposed to = blootgesteld worden aan
lasting = blijvend(e)
[rush] / hurry = haast
supervised = onder toezicht staan
(to) approach = benaderen
(to) confess = opbiechten, toegeven
decision = beslissing / [besluit]
(to) detect = bespeuren
generally = in het algemeen
imposter = naaien
juvenile = jeugd-
often = vaak
(to) quit = stoppen
(to) regret = spijt hebben
sentence = veroordelen
encounter = ontmoeting
(to) estimate = schatten
explorer = ontdekker
fatal = dodelijk(e)
a lack of = een gebrek aan
natives = inboorlingen
among = onder
he hides under a [blanket] with his eyes shut = deken
(to) cherish = koesteren
confirmation = bevestiging
debt = schuld
devoted = toegewijd(e)
eerie = sinister(e), griezelig(e)
estate = landgoed
inheritance = erfenis
loyal = opzeggen
motive = motief
mystery = mysterie, raadsel
(to) outdo = overtreffen (outdid, outdone)
particular = bepaald
(to) poison = vergiftigen
(to) resemble = lijken op
retired = gepensioneerd
scrumptious = aanlokkelijk(e), verrukkelijk(e)
slight = klein(e), licht(e)
snowflakes = sneeuwvlokken
suspect = verdacht(e)
violence = geweld
(to) wander = dwalen
applicants = kandidaten
attempt = poging
(to) compete = wedijveren, strijden tegen
exceptional = uitzonderlijk
Game = wild
gathering = samenkomst, groep
guidelines = richtlijnen
(to) monitor = toezicht houden
(to) require = vereisen
simultaneously = gelijktijdig
(to) be able = in staat zijn
at risk = in gevaar
(to) fine = beboeten
somersaults = salto's
(to) be unable = niet in staat zijn
(to) uncover = aan het licht brengen, blootleggen
Attack is the best form of defence = De aanval is de beste verdediging.
Nothing ventured, nothing gained. = Wie niet waagt, wie niet wint.
If you play with [fire], you will get burnt. = Wie met [vuur] speelt kan zijn vingers branden.
Forewarned is forearmed. = Een gewaarschuwd man telt voor twee.