Engels : Nederlands accustomed to = gewend aan (to) associate = associƫren booming = bloeiend to [consist of] = [bestaan uit] (to) draw in = lokken extinction = het uitsterven probably / [likely] = waarschijnlijk (to) pity = medelijden hebben met predator = roofdier (to) respond = reageren (to) sacrifice = opofferen (to) strike = treffen stunning = verbazingwekkend to [tend to] = neigen tot