Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • grocery store/supermarket = supermarkt
  • section = afdeling
  • vegetable = groente
  • sell = verkoop
  • fruit = fruit
  • put = leg
  • correct = juiste
  • place = plaats
  • sounds like = lijkt
  • to me = me
  • fun = leuk
  • nice = lekker
  • around = om
  • center = centrum
  • part-time = parttime
  • full-time = volle
  • entire = hele
  • how much = hoeveel
  • earn = verdien
  • if = als
  • ask = vragen
  • euro = euro
  • net/after taxes = netto
  • that is to say = dat wil zeggen
  • more = meer
  • receive = krijg
  • because of = door
  • taxes = belasting
  • premium = premie
  • insurances = verzekeringen