NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 2.0 - Uit welk land kom je?
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
surname
=
achternaam (de)
Christian name
=
voornaam (de)
address
=
adres (het)
postcode
=
postcode (de)
city/town
=
plaats (de)
mobile
=
mobiel
work
=
werk (het)
date of birth
=
geboortedatum (de)
day
=
dag (de)
month
=
maand (de)
year
=
jaar (het)
March
=
maart
nationality
=
nationaliteit (de)
Dutch
=
Nederlandse
England
=
Engeland
have
=
heb / hebben / hebben
long
=
lang
already
=
al
here
=
hier
yes
=
ja
old
=
oud
when
=
wanneer
were born
=
ben geboren
alone
=
alleen
with
=
bij
friends
=
vrienden
or
=
of
relatives
=
familie (de)
married
=
getrouwd
to
=
met
a
=
een
Dutchman
=
Nederlander
him
=
hem
his
=
zijn
we
=
we
live
=
wonen
you (plural)
=
jullie
no
=
nee
flat
=
flat (de)
outside
=
buiten
children
=
kinderen
boy
=
jongen (de)
of
=
van
girl
=
meisje (het)
why
=
waarom
want
=
wil
that
=
dat
all
=
allemaal
know
=
weten
has
=
heeft
son
=
zoon (de)
daughter
=
dochter (de)
her
=
haar
husband
=
man (de)
their
=
hun