Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • today = vandaag
  • close = gaan dicht
  • closed = dicht
  • holidays = vakantie (de)
  • questions = vragen
  • want to = willen
  • very much = graag
  • something = iets
  • happens = gebeurt
  • divide = verdelen
  • pieces = stukken
  • years = jaren
  • weeks = weken
  • hours = uren
  • seconds = seconden
  • consists of = bestaat uit
  • approximately = ongeveer
  • seasons = seizoenen
  • weather = weer (het)
  • summer = zomer (de)
  • say = zeggen
  • often = dikwijls
  • shines = schijnt
  • sun = zon (de)
  • less = minder
  • autumn = herfst (de) / najaar (het)
  • is getting = wordt
  • cold = koud
  • shorter = korter
  • dark = donker
  • is blowing = waait
  • leaves = bladeren
  • fall = vallen
  • trees = bomen
  • winter = winter (de)
  • temparature = temperatuur (de)
  • below = onder
  • is freezing = vriest
  • is snowing = sneeuwt
  • a few = een paar
  • ice = ijs (het)
  • water = water (het)
  • can = kunnen
  • skate = schaatsen
  • spring = lente (de) / voorjaar (het)
  • see = zien
  • flowers = bloemen
  • warmer = warmer
  • lovely = heerlijk
  • climate = klimaat (het)
  • wind = wind (de)
  • is changing = verandert
  • all the time = steeds
  • best = beste
  • spot/ place = plekje (het)
  • earth = aarde (de)