Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • firstly = ten eerste
  • world = wereld (de)
  • north = noord / noorden (het)
  • south = zuid / zuiden (het)
  • distance = afstand
  • west = west / westen (het)
  • east = oost
  • border = grens (de)
  • Belgium = Belgie
  • Germany = Duitsland
  • secondly = ten tweede
  • flat = vlak
  • mountains = bergen
  • province = provincie (de)
  • proud = trots
  • hotel = hotel (het)
  • Switzerland = Zwitserland
  • thirdly = ten derde
  • low = laag
  • areas = gebieden
  • lie = liggen
  • part = deel (het)
  • level = niveau (het)
  • sea level = zeeniveau (het)
  • half = helft (de)
  • dikes = dijken
  • dams = dammen
  • keep = houden
  • dry = droog
  • southwest = zuidwesten (het)
  • fourthly = ten vierde
  • rivers = rivieren
  • ships = schepen
  • sail = varen
  • roads = wegen
  • forms = vormt
  • enormous = enorm
  • danger = gevaar (het)
  • break = breken
  • happened = gebeurde
  • rises = stijgt
  • in = over
  • some = enkele
  • is being built = gebouwd
  • here and there = hier en daar
  • patches = stukjes
  • because = doordat
  • grow = groeien
  • companies = bedrijven
  • finally = ten slotte
  • broad/ wide = brede
  • most beautiful = 't mooiste
  • along = langs
  • coast = kust (de)
  • something like that = zoiets