NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Boom
Opmaat reeks
Deel Van start
Hoofdstuk 5 - Iets afspreken
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
to advise
=
aanraden
next/coming
=
aanstaand
if/when
=
als
evening dinner/hot meal
=
avondeten
to barbecue/to have a barbecue
=
barbecueën
to order
=
bestellen
small beer
=
biertje
message
=
boodschap
roll/bun
=
broodje
complete/entire
=
compleet
dessert
=
dessert / toetje
to continue/to go on
=
doorgaan
to pass on
=
doorgeven
e-mail
=
e-mail
to eat
=
eten
exam
=
examen
garage
=
garage
used
=
gebruikt
eaten
=
gegeten
heard
=
gehoord
money
=
geld
closed
=
gesloten
tasted
=
gesmaakt
to greet/greetings
=
groeten
greetings
=
groetjes
corner
=
hoek
indeed
=
inderdaad
broken
=
kapot
to choose
=
kiezen
ready
=
klaar
sounds
=
klinkt
to cook/to boil
=
koken
coming/next
=
komend
lost
=
kwijt
lunch
=
lunch
to go with/to join
=
meegaan
menu
=
menukaart
tired
=
moe
negative
=
negatief
waiter
=
ober
or
=
of
because
=
omdat / want
breakfast
=
ontbijt
paste
=
pasta
person
=
persoon
picnic
=
picknick
to have a picnic/to picnic
=
picknicken
pizza
=
pizza
plan
=
plan
positive
=
positief
private
=
privé
guess
=
raad
rains
=
regent
bill
=
rekening
to reserve/to book
=
reserveren
rest/remainder
=
rest
restaurant
=
restaurant
to cal/to shout
=
roepen
painting
=
schilderij
atmosphere
=
sfeer
key
=
sleutel
tastes
=
smaakt
snack bar
=
snackbar
social media
=
sociale media
exciting/thrilling
=
spannend
sends
=
stuurt
dentist
=
tandarts
bag
=
tas
to phone/to call
=
telefoneren
telephone
=
telefoon
finally
=
ten slotte
terrace
=
terras
key/test
=
toets
between/among
=
tussen
holiday/vacation
=
vakantie
forget
=
vergeet
story
=
verhaal
delicious/delightful
=
verrukkelijk
tells (to tell)
=
vertelt
weather
=
weer
to know
=
weten
small glass of wine
=
wijntje
becomes/gets
=
wordt
delicious
=
zalig
shall/will
=
zullen
appetite/liking
=
zin
with
=
met
leave
=
laat
in/from now
=
over
appetite
=
trek
It's all right. Keep the change.
=
laat maar zitten
tasty/enjoy your meal
=
smakelijk
on
=
op
choice
=
keuze
next
=
volgend
after
=
na
to be convenient
=
uitkomen
coming, on their way
=
eraan (in: komt eraan)
main course
=
hoofdgerecht
lunch room
=
lunchcafé
next to
=
naast
telephone conversation/phone call
=
telefoongesprek
calls back
=
terugbelt
soccer pitch
=
voetbalveld
starter
=
voorgerecht