NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Boom
Opmaat reeks
Deel Van start
Hoofdstuk 6 - Reizen, openbaar vervoer
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
arrived
=
aangekomen
application
=
aanvraag
subscription
=
abonnement
to activate
=
activeren
else/otherwise
=
anders
seperate
=
aparte
ticket machine/slot machine
=
automaat
automatic
=
automatisch
luggage
=
bagage
both
=
beide
mug/beaker
=
beker
to look at/to examine
=
bekijken
best
=
beste
better
=
beter
almost/nearly
=
bijna
boat
=
boot
day return ticket
=
dagretour
part
=
deel
the same
=
dezelfde
close by/near by
=
dichtbij
theft
=
diefstal
animal park/zoo
=
dierenpark
zoo
=
dierentuin
village
=
dorp
small drink/liquid medicine
=
drankje
clear/obvious
=
duidelijk
lasts
=
duurt
real/really
=
echt
once
=
eenmalig
own
=
eigen
each/every
=
elke
somewhere
=
ergens
to cycle/to ride a bike
=
fietsen
gate
=
gate
enough/sufficient
=
genoeg
suitable
=
geschikt
normal/just
=
gewoon
yesterday evening
=
gisteravond
yesterday afternoon
=
gistermiddag
yesterday morning
=
gistermorgen
grammar
=
grammatica
for free/free of charge
=
gratis
hand luggage
=
handbagage
handy/practical
=
handig
what time?
=
hoe laat?
how much?
=
hoeveel
somebody/someone
=
iemand
included
=
inbegrepen
to check in
=
inchecken
information
=
informatie
information desk
=
informatiebalie
entrance
=
ingang
to install
=
installeren
instruction
=
instructie
instruction video
=
instructiefilmpje
intercity train
=
intercity
to type in/to enter
=
intikken
to insert/to enter
=
invoeren
year
=
jaar
ticket
=
kaartje
church tower
=
kerktoren
to click
=
klikken
suitcase
=
koffer
discount
=
korting
costs
=
kost
to load
=
laden
take care/watch out
=
let op
rather/preferably
=
liever
line/bus number
=
lijn
walking/on foot
=
lopend
underground/subway
=
metro
possible
=
mogelijk
motor
=
motor
motorcycle/motorbike
=
motorfiets
nothing
=
niks
on the way/on your way
=
onderweg
east
=
oosten
to open/to start
=
openen
education/training
=
opleiding
again/once more
=
opnieuw
public transport pass
=
OV-chipkaart
to change
=
overstappen
only/just/not longer than
=
pas
passport photo
=
pasfoto
platform
=
perron
regular/regularly
=
regelmatig
travels
=
reist
to travel
=
reizen
credit balance/balance
=
saldo
scanner
=
scanner
cigar
=
sigaar
cigarette
=
sigaret
signal
=
signaal
only/just/not more than
=
slechts
sort/kind
=
soort
spelling
=
spelling
rush hour
=
spits
rail/track
=
spoor
city
=
stad
steps
=
stapt
to deposit
=
storten
taxi
=
taxi
opposite
=
tegenover
route
=
traject
tram
=
tram
train
=
trein
in between
=
tussendoor
check out
=
uitchecken
outing/trip/excursion
=
uitje
pronunciation
=
uitspraak
to sail/to go by boat
=
varen
fixed/steady
=
vast
loss
=
verlies
difference
=
verschil
different/various
=
verschillende
departure hall
=
vertrekhal
transport
=
vervoer
means of transport
=
vervoermiddel
insured
=
verzekerd
to fly
=
vliegen
airplane
=
vliegtuig
flight
=
vlucht
password
=
wachtwoord
world
=
wereld
west
=
westen
so-called
=
zogenaamde
to
=
naartoe
cheap/inexpensive
=
voordelige
service
=
dienst
during
=
door
heartily
=
hartelijk
public
=
openbaar
direct
=
rechtstreekse
on foot
=
te voet
service desk
=
servicebalie
last/previous
=
afgelopen
moped
=
brommer
next
=
volgende
last
=
vorige
indoor
=
overdekt
each other
=
elkaar
ticket machine
=
kaartautomaat
passport control
=
paspoortcontrole
station square
=
stationsplein
tramstop
=
tramhalte
detergent
=
wasmiddel
businessman
=
zakenman