NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Boom
Opmaat reeks
Deel De Opmaat
Hoofdstuk 8 - Uiterlijk en karakter
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
to register
=
aanmelden
to adapt
=
aanpassen
activity
=
activiteit
passive/reluctant
=
afwachtend
every-day/ordinary
=
alledaags
alone/only
=
alleen
all/all together
=
allemaal
all kinds of
=
allerlei
ambitious
=
ambitieus
else/otherwise
=
anders
arrogant
=
arrogant
adventurous
=
avontuurlijk
ridiculous
=
belachelijk
to promise
=
beloven
modest
=
bescheiden
to describe
=
beschrijven
reliable/trustworthy
=
betrouwbaar
occupied/engaged
=
bezet
objection
=
bezwaar
for example
=
bijvoorbeeld
bikini
=
bikini
glad/cheerful
=
blij
blond/fair
=
blond
angry
=
boos / kwaad
boat trip
=
boottocht
blunt
=
bot
besides/moreover
=
bovendien
wide/broad
=
breed
spectacles/pair of glasses
=
bril
bride
=
bruid
bridegroom
=
bruidegom
catastrophy/disaster
=
catastrofe
chagrined/fretful
=
chagrijnig
chaotic
=
chaotisch
to combine
=
combineren
creative
=
creatief
cultural
=
cultureel
daily
=
dagelijks
brave
=
dapper
the same
=
dezelfde / hetzelfde
profound
=
diepzinnig
stupid/silly
=
dom
dark-blond
=
donkerblond
drunk
=
dronken
honest
=
eerlijk
century
=
eeuw
selfish/egoistic
=
egoïstisch
characteristic
=
eigenschap
self-conceited
=
eigenwijs
island
=
eiland
electric/electrical
=
elektrisch
emotion
=
emotie
emotional
=
emotioneel
somewhere
=
ergens
to be irritated
=
ergeren
experience
=
ervaring
shop window dummy
=
etalagepop
balanced/level-headed
=
evenwichtig
extravert
=
extravert
hospitable
=
gastvrij
patient
=
geduldig
joint/together
=
gemeenschappelijk
to enjoy
=
genieten
closed/uncommunicative
=
gesloten
dangerous
=
gevaarlijk
sensitive
=
gevoelig
great/fantastic
=
geweldig
face
=
gezicht
funny
=
grappig
hair band
=
haarband
to get/to fetch
=
halen
to hate
=
haten
hectics
=
hectiek
hot
=
heet
gate
=
hek
to remember
=
herinneren
why/what for
=
hoezo
humoristic
=
humoristisch
impulsive/impulsively
=
impulsief
taking initiative
=
initiatiefrijk
to register/to enroll
=
inschrijven
intensive
=
intensief
to be interested
=
interesseren
introvert
=
introvert
bald
=
kaal
noise
=
kabaal
character
=
karakter
character trait
=
karaktereigenschap
climate
=
klimaat
clever/handsome
=
knap
knot of hair
=
knotje
obstinate/stubborn
=
koppig
curling
=
krullend
annoying/troublesome
=
lastig
empty
=
leeg
fair-haired
=
lichtblond
sweet
=
lief
love
=
liefde
sweetheart/darling
=
liefje
lazy
=
lui
lean/thin
=
mager
to go with/to join
=
meegaan
to be better than expected
=
meevallen
mentality
=
mentaliteit
to avoid
=
mijden
to go wrong
=
misgaan
tired
=
moe
plumb/fat
=
mollig
namely
=
namelijk
natuur
=
natuur
nobody
=
niemand
curious/inquisitive
=
nieuwsgierig
down-to-earth/sober
=
nuchter
impertinent/rude
=
onbeschoft
enterprising
=
ondernemend
impatient
=
ongeduldig
meeting
=
ontmoeting
relaxing
=
ontspannend
te receive
=
ontvangen
unpredictable
=
onvoorspelbaar
uncertain/insecure
=
onzeker
war
=
oorlog
cause
=
oorzaak
open
=
open
to spend/to use up
=
opmaken
optimistic
=
optimistisch
education
=
opvoeding
to organise
=
organiseren
agreement
=
overeenkomst
pony tail
=
paardenstaart
partner
=
partner
pessimistic
=
pessimistisch
local
=
plaatselijk
positive
=
positief
to save/to manage
=
redden
to rain
=
regenen
relation
=
relatie
to relax
=
relaxen
row
=
rij
driving licence
=
rijbewijs
ripe
=
rijp
risk
=
risico
romantic
=
romantisch
to be ashamed
=
schamen
separation/divorce
=
scheiding
to shave
=
scheren
simple/easy
=
simpel
slender/slim
=
slank
sloppy/careless
=
slordig
narrow
=
smal
to understand
=
snappen
social
=
sociaal
supple/flexible
=
soepel
exciting/thrilling
=
spannend
spontaneously/spontaneous
=
spontaan
tail
=
staartde
stable
=
stabiel
steep
=
steil
to steal
=
stelen
stong/solid
=
stevig
student home
=
studentenhuis
to meet/to encounter
=
tegenkomen
to apply
=
toepassen
by the way/for that matter
=
trouwens
doubt
=
twijfel
challenge
=
uitdaging
to take a rest
=
uitrusten
excursion/trip
=
uitstapje
to exchange
=
uitwisselen
broadcast
=
uitzending
vague
=
vaag
to be surprised
=
verbazen
to be mistaken
=
vergissen
to look forward to
=
verheugen
traffic
=
verkeer
shy
=
verlegen
in love
=
verliefd
surprising
=
verrassend
terrible/frightful
=
verschrikkelijk
to oversleep
=
verslapen
dirty
=
vies
to feel
=
voelen
past/over/at an end
=
voorbij
forehead
=
voorhoofd
provisional/for the present
=
voorlopig
terrible/dreadful
=
vreselijk
friendly
=
vriendelijk
freedom/liberty
=
vrijheid
merry/cheerful
=
vrolijk
warm
=
warm
to wash oneself
=
wassen
umemployed/out of work
=
werkloos
sea
=
zee
self-assured
=
zelfverzekerd
summer holidays
=
zomervakantie
to worry/to be worried
=
zorgen maken
careful/tender
=
zorgzaam