NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A1 - Deel Starter - 2e editie
Hoofdstuk 6 - This is delicious!
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
ah
=
ah
anything
=
niks
apple
=
appel
to arrive
=
aankomen
back
=
terug
bag
=
tas
baked
=
gebakken
banana
=
banaan
beef
=
rund
best wishes
=
groetjes
bread
=
brood
break
=
pauze
butter
=
boter
careful
=
voorzichtig
carrot
=
wortel
cheese
=
kaas
chicken
=
kip
chips
=
patat
to cook
=
koken
countable (noun)
=
telbaar (naamwoord)
cucumber
=
komkommer
cupboard
=
kast
curry
=
kerrieschotel
customer
=
klant
dear
=
lieve
delicious
=
verrukkelijk
dessert
=
nagerecht
dish
=
schotel
to drink
=
drinken
during
=
gedurende
to eat
=
eten
egg
=
ei
else
=
nog meer
to enjoy
=
genieten
to feel
=
voelen
to fold
=
(op) vouwen
food
=
voedsel
fresh
=
vers
goat
=
geit
Gorgonzola
=
Gorgonzola
groceries
=
boodschappen
to help
=
helpen
hungry
=
hongerig
ice cream
=
ijs
into
=
in
Japanese
=
Japans
juice
=
sap
kilo
=
kilo
lamb
=
lamsvlees
lemon
=
citroen
letter
=
brief
lettuce
=
sla
list
=
lijst
lots / much
=
veel
lunch
=
middagmaal
main
=
hoofdgerechten
maybe / perhaps
=
misschien
meat
=
vlees
menu
=
menu
mice
=
muizen
mushroom
=
champignon
olive
=
olijf
onion
=
ui
orange
=
sinaasappel
others
=
anderen
paper
=
papier
photo
=
foto
phrase
=
gezegde
plate
=
bord
potato
=
aardappel
to put
=
zetten / leggen / neerleggen
raw
=
rauw
ready
=
klaar
recipe
=
recept
reply
=
antwoord
restaurant
=
restaurant
rice
=
rijst
salad
=
salade
salt
=
zout
samosa
=
samosa
sandwich
=
broodje
sauce
=
saus
to say
=
zeggen
selection
=
keuze
to send
=
versturen
silly
=
dom
Slovenia
=
Slovenië
soon
=
gauw
to sound
=
klinken
soup
=
soep
special
=
speciaal
to stay
=
blijven
stew
=
stoofpot
strawberry
=
aardbei
surprising
=
verrassend
sushi
=
sushi
those
=
die
tomato
=
tomaat
top
=
top
uncountable (noun)
=
ontelbaar
to unfold
=
openvouwen
vegetable
=
groente
waiter
=
ober
which
=
welk
to worry
=
zorgen maken
would
=
zou
yuck
=
bah
tomorrow
=
morgen
topic
=
onderwerp
total
=
totaal
tour
=
rondreis
tourist
=
toerist
train
=
trein
to travel
=
reizen
travel card
=
voordeelkaart
twenty-one
=
eenentwintig
university
=
universiteit
to visit
=
bezoeken
visitor
=
bezoeker
to watch
=
kijken
wax
=
was
world
=
wereld
wrong
=
verkeerd
year
=
jaar
you're welcome
=
graag gedaan