NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A1 - Deel Starter - 2e editie
Hoofdstuk 8 - Don't do that!
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
angry
=
boos
anyway
=
trouwens
to babysit
=
babysitten
to begin
=
beginnen
boyfriend
=
vriend
camera
=
fototoestel
to change
=
veranderen
class
=
klas / les
completely
=
compleet
confused
=
verward
to contact
=
bereiken
to cry
=
huilen
director
=
regisseur
drawing
=
tekening
everybody
=
iedereen
excited
=
opgewonden
feelings
=
gevoelens
to get
=
doen
goodbye
=
tot ziens
herself
=
haarzelf
if
=
als
to laugh
=
lachen
to leave sb alone
=
iemand alleen laten
to mail
=
posten
meaning
=
betekenis
message
=
bericht
to must
=
moeten
nothing
=
niks
point
=
punt
to remember
=
herinneren
to ring
=
rinkelen
sad
=
verdrietig
scared
=
bang
to shout
=
schreeuwen
sign
=
bord
someone
=
iemand
still
=
nog steeds
to stop
=
stoppen
strange
=
vreemd
stressed
=
gestrest
stupid
=
stom
sure
=
zeker
thing
=
ding
tonight
=
vanavond
to touch
=
aanraken
underlined
=
onderstreept
unhappy
=
ongelukkig
to wake up
=
wakker worden
while
=
poosje
yesterday
=
gisteren
real
=
echt
Saturday
=
zaterdag
Scotland
=
Schotland
selective
=
selectief
series
=
serie
soap opera
=
soap
sometimes
=
soms
to spend
=
doorbrengen
storm
=
storm
Sunday
=
zondag
survey
=
enquête
swimming
=
zwemmen
to teach
=
leren
teenager
=
tiener
television
=
televisie
temporary
=
tijdelijk
than
=
dan
Thursday
=
donderdag
Tuesday
=
dinsdag
TV
=
TV
twice
=
twee keer
usually
=
meestal
village
=
dorp
walk
=
lopen / wandeling
to waste
=
verspillen
Wednesday
=
woensdag
week
=
week
weekday
=
weekdag
weekend
=
weekend
wide
=
breed
sandwich
=
broodje
sauce
=
saus
to say
=
zeggen
selection
=
keuze
to send
=
versturen
silly
=
dom
Slovenia
=
Slovenië
soon
=
gauw
to sound
=
klinken
soup
=
soep
special
=
speciaal
to stay
=
blijven
stew
=
stoofpot
strawberry
=
aardbei
surprising
=
verrassend
sushi
=
sushi
those
=
die
tomato
=
tomaat
top
=
top
uncountable (noun)
=
ontelbaar
to unfold
=
openvouwen
vegetable
=
groente
waiter
=
ober
which
=
welk
to worry
=
zorgen maken
would
=
zou
yuck
=
bah
tomorrow
=
morgen
topic
=
onderwerp
total
=
totaal
tour
=
rondreis
tourist
=
toerist
train
=
trein
to travel
=
reizen
travel card
=
voordeelkaart
twenty-one
=
eenentwintig
university
=
universiteit
to visit
=
bezoeken
visitor
=
bezoeker
to watch
=
kijken
wax
=
was
world
=
wereld
wrong
=
verkeerd
year
=
jaar
you're welcome
=
graag gedaan