NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A1 - Deel Starter - 2e editie
Hoofdstuk 9 - Yes, I can
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
activity
=
activiteit
to add
=
optellen
against
=
tegen
athletics
=
atletiek
basketball
=
basketbal
boat
=
boot
camel
=
kameel
to can
=
kunnen
can't
=
niet kunnen
cerebral palsy
=
spastische verlamming
cold
=
koud
to communicate
=
communiceren
compass
=
kompas
computer
=
computer
conversation
=
gesprek
to count
=
tellen
Cuba
=
Cuba
to cycle / cycling
=
fietsen
to dance
=
dansen
early
=
vroeg
easier
=
gemakkelijker
even
=
zelfs
event
=
evenement
fact
=
feit
fast
=
snel
to finish
=
afmaken
front
=
voorkant
gymnastics
=
gymnastiek
hall
=
hal
to hate
=
haten
to hop
=
springen
horse
=
paard
to juggle
=
jongleren
kid
=
kind
lake
=
meer
to lie
=
liggen
man
=
man
marathon
=
marathon
netball
=
netbal
orienteering
=
oriëntatieloop
oxygen
=
zuurstof
piano
=
piano
place
=
plek
to pull
=
trekken
to push
=
duwen
to ride
=
rijden
to rollerblade / rollerblading
=
rolschaatsen
to row / rowing
=
roeien
rugby
=
rugby
runner
=
hardloper
running
=
hardlopen
seat
=
zitplaats
second
=
seconde
to sing
=
zingen
to skateboard
=
skateboarden
to ski
=
skiën
to snowboard
=
snowboarden
soccer
=
voetbal
successful
=
geslaagd
to support
=
steunen
to swim
=
zwemmen
to take part
=
deelnemen
team
=
ploeg
triathlon
=
triatlon
violin
=
viool
volleyball
=
volleybal
wet
=
nat
wheelchair
=
rolstoel
to win
=
winnen
winner
=
winnaar
without
=
zonder
worm
=
worm
worried
=
bezorgd
to waste
=
verspillen
Wednesday
=
woensdag
week
=
week
weekday
=
weekdag
weekend
=
weekend
wide
=
breed
sandwich
=
broodje
sauce
=
saus
to say
=
zeggen
selection
=
keuze
to send
=
versturen
silly
=
dom
Slovenia
=
Slovenië
soon
=
gauw
to sound
=
klinken
soup
=
soep
special
=
speciaal
to stay
=
blijven
stew
=
stoofpot
strawberry
=
aardbei
surprising
=
verrassend
sushi
=
sushi
those
=
die
tomato
=
tomaat
top
=
top
uncountable (noun)
=
ontelbaar
to unfold
=
openvouwen
vegetable
=
groente
waiter
=
ober
which
=
welk
to worry
=
zorgen maken
would
=
zou
yuck
=
bah
tomorrow
=
morgen
topic
=
onderwerp
total
=
totaal
tour
=
rondreis
tourist
=
toerist
train
=
trein
to travel
=
reizen
travel card
=
voordeelkaart
twenty-one
=
eenentwintig
university
=
universiteit
to visit
=
bezoeken
visitor
=
bezoeker
to watch
=
kijken
wax
=
was
world
=
wereld
wrong
=
verkeerd
year
=
jaar
you're welcome
=
graag gedaan