NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A1 - Deel Starter - 2e editie
Hoofdstuk 10 - A bad storm's coming
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
along
=
langs
armchair
=
leunstoel
around
=
rond
bath
=
bad
bathroom
=
badkamer
bed
=
bed
bedroom
=
slaapkamer
clean
=
schoon
to close
=
sluiten
cloudy
=
bewolkt
continuous
=
duratief
cooker
=
fornuis
to cover
=
bedekken
dad
=
papa
dolphin
=
dolfijn
driver
=
chauffeur / se
everything
=
alles
exciting
=
spannend
to excuse
=
vergeven / excuseren
following
=
volgende
fridge
=
koelkast
furniture
=
meubelen / meubels
garage
=
garage
garden
=
tuin
goal
=
doelpunt
holiday
=
vakantie
to hope
=
hopen
hotel
=
hotel
to imagine
=
zich voorstellen
journey
=
reis
kitchen
=
keuken
letter
=
letter
living room
=
woonkamer
lovely
=
leuk
Maths
=
wiskunde
milkshake
=
milkshake
to need
=
nodig hebben
normally
=
gewoonlijk
notes
=
aantekeningen
postcard
=
ansichtkaart
problem
=
probleem
progress
=
vooruitgang
quickly
=
snel
to sail
=
zeilen
shower
=
douche
sofa
=
bankstel
somewhere
=
ergens
son
=
zoon
to stand
=
staan
strong
=
sterk
sun
=
zon
sunny
=
zonnig
surprise
=
verrassing
swimming pool
=
zwembad
table
=
tafel
to take (time) off
=
vrijnemen (tijd)
teeth
=
tanden
telephone
=
telefoon
tense
=
tijdsvorm
tired
=
moe
toilet
=
toilet
tropical
=
tropisch
upstairs
=
boven
weather
=
weer
whale
=
walvis
whatever
=
alles wat
triathlon
=
triatlon
violin
=
viool
volleyball
=
volleybal
wet
=
nat
wheelchair
=
rolstoel
to win
=
winnen
winner
=
winnaar
without
=
zonder
worm
=
worm
worried
=
bezorgd
to waste
=
verspillen
Wednesday
=
woensdag
week
=
week
weekday
=
weekdag
weekend
=
weekend
wide
=
breed
sandwich
=
broodje
sauce
=
saus
to say
=
zeggen
selection
=
keuze
to send
=
versturen
silly
=
dom
Slovenia
=
Slovenië
soon
=
gauw
to sound
=
klinken
soup
=
soep
special
=
speciaal
to stay
=
blijven
stew
=
stoofpot
strawberry
=
aardbei
surprising
=
verrassend
sushi
=
sushi
those
=
die
tomato
=
tomaat
top
=
top
uncountable (noun)
=
ontelbaar
to unfold
=
openvouwen
vegetable
=
groente
waiter
=
ober
which
=
welk
to worry
=
zorgen maken
would
=
zou
yuck
=
bah
tomorrow
=
morgen
topic
=
onderwerp
total
=
totaal
tour
=
rondreis
tourist
=
toerist
train
=
trein
to travel
=
reizen
travel card
=
voordeelkaart
twenty-one
=
eenentwintig
university
=
universiteit
to visit
=
bezoeken
visitor
=
bezoeker
to watch
=
kijken
wax
=
was
world
=
wereld
wrong
=
verkeerd
year
=
jaar
you're welcome
=
graag gedaan