NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A2 - Deel 1 - 2e editie
Hoofdstuk 4 - Making friends
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
ago
=
geleden
alibi
=
alibi
angry
=
kwaad
another
=
nog één
anyway
=
toch
to arrive
=
aankomen
athlete
=
atleet
August
=
augustus
Austria
=
Oostenrijk
awful
=
verschrikkelijk
bad
=
erg
basketball
=
basketbal
to beat
=
verslaan
to begin
=
beginnen
board
=
plank
bowling
=
bowling
cake
=
gebak
champion
=
kampioen
championship
=
kampioenschap
cold
=
koud
cookery
=
kookkunst
cycling
=
fietsen
delicious
=
heerlijk
diary
=
dagboek
equipment
=
apparatuur
to explain
=
uitleggen
February
=
februari
to feel
=
voelen
final
=
eind
friendship
=
vriendschap
gold medal
=
gouden medaille
historic
=
historisch
honest
=
eerlijk
horrible
=
afschuwelijk
hot
=
heet
to hurt
=
kwetsen
ice hockey
=
ijshockey
immediately
=
onmiddellijk
to invent
=
uitvinden
invitation
=
uitnodiging
to invite
=
uitnodigen
Italian
=
Italiaans
Japan
=
Japan
joke
=
grap
June
=
juni
to long jump
=
verspringen
medal
=
medaille
to meet
=
ontmoeten / bijeenkomen
mistake
=
fout
morning
=
ochtend
mystery
=
onbekend
natural
=
normaal
Olympic Games
=
Olympische Spelen
player
=
speler
possible
=
mogelijk
puzzle
=
puzzel
to react
=
reageren
real
=
echt
reason
=
reden
relationship
=
relatie
reporter
=
verslaggever
Saturday
=
zaterdag
to send
=
sturen
shooting
=
schieten
to show
=
tonen
silk
=
zijde
silver
=
zilver
skateboarding
=
skateboarden
skiing
=
skiën
snowboarding
=
snowboarden
sound
=
geluid
to suggest
=
voorstellen
surprised
=
verrast
surprising
=
verrassend
to talk to
=
praten met
team
=
ploeg
through
=
via / doorzetten
tired
=
moe
train
=
trein
translator
=
vertaler
trouble
=
problemen
unhappy
=
ongelukkig
to upload
=
opladen
warm
=
warm
to wave
=
wuiven
Wednesday
=
woensdag
wheel
=
wiel
wrong
=
verkeerd
yesterday
=
gisteren