NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A2 - Deel 1 - 2e editie
Hoofdstuk 7 - Learning languages
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Engels
Nederlands
able
=
in staat
accent
=
accent
adjective
=
bijvoeglijk naamwoord
afraid
=
bang
African
=
Afrikaans / Afrikaan
amazed
=
verbaasd
annoyed
=
geïrriteerd
anyone
=
iemand
Arabic
=
Arabisch
author
=
schrijver
beautiful
=
prachtig
biggest
=
grootst
boring
=
saai
cardinal
=
kardinaal
certain
=
zeker
close
=
dichtbij
column
=
kolom
to communicate
=
communiceren
comparison
=
vergelijking
to complain
=
klagen
correct
=
juist
to correct
=
verbeteren
could
=
kon
course
=
cursus
to create
=
creëren
decade
=
decennium
to depend
=
afhangen
dislike
=
hekel
easier
=
gemakkelijker
easiest
=
gemakkelijkst
encyclopedia
=
encyclopedie
exciting
=
spannend
to exist
=
bestaan
expert
=
deskundige
fat
=
dik
fatter
=
dikker
fattest
=
dikst
foreign
=
buitenlands
foreigner
=
buitenlander
form
=
vorm
frequent
=
vaak voorkomend
friendly
=
vriendelijk
further
=
verder
gate
=
poort
goal
=
doel
good-looking
=
aantrekkelijk
Greek
=
Grieks / Griek
to guess
=
raden
to hang around
=
rondhangen
happier
=
gelukkiger
harder
=
moeilijker
hardest
=
moeilijkst
Hungarian
=
Hongaars
Iceland
=
IJsland
Icelandic
=
IJslands
to imitate
=
imiteren
India
=
Indië
Indonesia
=
Indonesië
interesting
=
interessant
invention
=
uitvinding
language
=
taal
Latin
=
Latijn
learner
=
leerling
legend
=
legende
longer
=
langer
longest
=
langst
to look up
=
opzoeken
to make mistakes
=
fouten maken
Maltese
=
Maltees
meaning
=
betekenis
mother tongue
=
moedertaal
native
=
moeder
Nigeria
=
Nigeria
normal
=
normaal
Norway
=
Noorwegen
probably
=
waarschijnlijk
professor
=
hoogleraar
pronunciation
=
uitspraak
quite
=
vrij
recent
=
recent
to report
=
melden
Rome
=
Rome
Russian
=
Russisch
short
=
kort
shorter
=
korter
shortest
=
kortst
Somali
=
Somalisch
Somalia
=
Somalië
Spanish
=
Spaans
speaker
=
spreker
superlative
=
overtreffende trap
syllable
=
lettergreep
Tibetan
=
Tibetaans
to translate
=
vertalen
translation
=
vertaling
UK
=
Verenigd Koninkrijk
Vatican
=
Vaticaan
to wait
=
wachten
worse
=
erger