Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • adverb = bijwoord
  • alive = in leven
  • although = alhoewel
  • aspirin = aspirine
  • to attack = aanvallen
  • Austrian = Oostenrijks
  • badly = erg
  • biologist = bioloog
  • birth = geboorte
  • Brazilian = Braziliaans
  • bricklayer = metselaar
  • to clear = opklaren
  • compulsory = verplicht
  • crocodile = krokodil
  • deep = diep
  • director = regisseur
  • documentary = documentaire
  • easily = gemakkelijk
  • to expect = verwachten
  • to explode = ontploffen
  • extremely = buitengewoon
  • fog = mist
  • foggy = mistig
  • forecast = voorspelling
  • fortunately = gelukkig
  • to freeze = vriezen
  • headache = hoofdpijn
  • heavily = hard
  • high = hoogte
  • hill = heuvel
  • to hold (someone) up = ophouden
  • to hurry up = opschieten
  • hut = hut
  • impatiently = ongeduldig
  • incorrect = verkeerd
  • incredible = ongelofelijk
  • jungle = oerwoud
  • to keep going = doorgaan
  • lately = onlangs
  • lazily = traag
  • to lift = optillen
  • lightning = bliksem
  • to lose = verliezen
  • loud = luidruchtig
  • loudly = luid
  • metre = meter
  • to miss = missen
  • neck = nek
  • noise = lawaai
  • pain = pijn
  • painting = schilderij
  • to pass = slagen
  • Peru = Peru
  • pleased = blij
  • to prefer = de voorkeur geven aan
  • to press = duwen
  • quietly = zacht
  • runner = hardloper
  • safely = veilig
  • Scotland = Schotland
  • to shine = schijnen
  • shoulder = schouder
  • slowly = langzaam
  • sportswoman = sportvrouw
  • stomach = maag
  • survival / survive = overleven
  • Swedish = Zweeds
  • terrible = verschrikkelijk
  • thunder = donder
  • thunderstorm = onweer
  • unconscious = bewusteloos
  • version = versie
  • weird = vreemd
  • wimp = watje