Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • to add = toevoegen
  • aged = jaar oud
  • airline pilot = piloot / lijnpiloot
  • to allow = toestaan
  • to bite = bijten
  • brave = dapper
  • bulb = gloeilamp
  • calm = kalm
  • can't stand = niet kunnen uitstaan
  • carriage = wagon
  • character = personnage
  • choice = keuze
  • to clap = klappen
  • to collapse = instorten
  • cooler = koeler
  • courage = moed
  • to crash = botsen
  • damage = beschadiging
  • danger = gevaar
  • to deal with = omgaan met
  • decision = beslissing
  • to design = ontwerpen
  • device = apparaat
  • digital = digitaal
  • drawing = tekening
  • duty = plicht
  • embarrassing = beschamend
  • experience = ervaring
  • five = vijf
  • to frighten = bang maken
  • frightened = bang
  • to go on = doorgaan
  • gun = pistool
  • image = afbeelding
  • injury = letsel
  • interested = geïnteresseerd
  • to kill = doden
  • label = etiket
  • laboratory = laboratorium
  • to land = landen
  • to lie = liggen
  • light = licht
  • to lose = verliezen
  • luckily = gelukkig
  • marathon = marathon
  • nasty = akelig
  • nearly = bijna
  • onto = op
  • to overturn = kantelen
  • pardon = pardon
  • passenger = passagier
  • passport = paspoort
  • pathetic = zielig
  • platform = perron
  • possibility = mogelijkheid
  • rail = rail
  • responsibility = verantwoordelijkheid
  • robber = dief
  • robbery = diefstal
  • rope = touw
  • scary = eng
  • to scream = gillen
  • screen = scherm
  • several = verscheidene
  • shocked = geschokt
  • to shout = schreeuwen
  • somebody = iemand
  • spider = spin
  • stair = trap
  • to stand up = opstaan
  • to store = opslaan
  • subway = metro
  • terrified = doodsbang
  • terrifying = angstaanjagend
  • tiring = vermoeiend
  • track = spoor
  • unfair = oneerlijk
  • yellow = geel