Engels : Nederlands tip = fooi off = korting reward = beloning bargain = koopje refund = restitutie worth = waard value for money = waar voor je geld valuable = waardevol on offer = in de aanbieding public service = openbare dienstverlening education = onderwijs healthcare = gezondheidszorg law = recht management = bestuur finance = financiƫn salary = salaris qualification = kwalificatie employer = werkgever employee = werknemer / medewerker coin = munt banknote = bankbiljet bank = bank currency = valuta monetary system = monetair stelsel invention = uitvinding sponsorship = sponsoring same as usual = hetzelfde als normaal Don't look at me. = Bij mij ben je aan het verkeerde adres / Je moet niet bij mij zijn Hi, you lot. = Hallo luitjes on me = Ik trakteer that's all = Dat is alles It's not my fault. = Het is niet mijn schuld by solving = door het oplossen van by the shoe shop = bij de schoenenwinkel by tomorrow = voor morgen by some people = door sommigen