Engels : Nederlands to blow out = uitblazen to break down = kapot gaan/defect raken to sort out = verhelpen/oplossen to carry out = uitvoeren to look into = onderzoeken to stand out = opvallen to work out = uitzoeken to look forward to = zich verheugen op/uitkijken naar terrified = doodsbang to bite your nails = nagelbijten to sweat = zweten panic = paniek sb's mouth goes dry = een droge mond krijgen to breathe hard = zwaar ademen to tremble = beven to shake = trillen percentage = percentage candle = kaars childhood = kindertijd/jeugd roughly = ruwweg powerful = sterk bungee jumping = bungee-jumping to stumble through = aanmodderen